De gemeenteraadszitting ging door onder voorzitterschap van waarnemend burgemeester Desiré Robbelein.

De raad werd aangevraagd door afgevaardigden van de fracties V.U., C.V.P., B.SP. en Center (P.V.V.). Deze vier wilden het standpunt van het schepencollege weten in verband met de klassering van de brouwerij Christiaen, de bijgebouwen en de woning aan de overzijde van de Brouwerijstraat. Een degelijk antwoord zouden de aanvragers niet krijgen, want het schepencollege bleef weg uit de zitting, uitgezonderd schepen Paul Defoort. Burgemeester Louis Jonckheere had zijn voorzitterschap aan niemand overgedragen en dus werd de gemeenteraadszitting voorgezeten door Desiré Robbelein. De raad nam de principebeslissing voornoemde brouwerij geenszins te willen aankopen wat wel het voorstel was van het schepencollege.

Voornoemde afgevaardigden wilden geen verdere sloping van de gebouwen tussen de Moerestraat en de kerk, maar een restauratie van het hoekcafé en de daarnaast liggende woning.