Arne en Jutta Kollwitz, de kleinkinderen van Käte, de kunstenares van de beeldengroep "Het Treurend Ouderpaar", willen dat de beelden van de Duitse militaire begraafplaats in Vladslo worden verplaatst naar een museum. Het gemeentebestuur van Diksmuide heeft daar echter geen oren naar. Ze willen de beelden behouden op het kerkhof in de nabijheid van Kätes zoon Peter, die tijdens de eerste wereldoorlog in 1914 sneuvelde bij de slag om Diksmuide. Uiteindelijk kwam er een oplossing uit de bus: Diksmuide zal een team van experts de tijd geven om te onderzoeken hoe men de beelden voor erosie kan behoeden. "Daarna zien we wel," antwoordde de burgemeester.