Door de afbraak van het Meunyckenhof aan het Sint-Maartensplein verdwijnt niet alleen een monument maar ook een stuk geschiedenis die tot ver over de grenzen van Koekelare reikt. Het gebouw wordt omschreven als de kostbaarste relikwie van Koekelare. Alles is destijds begonnen met de monniken van Sint-Bertinus uit Doornik die er op deze plaats in 1106 een priorie gesticht hebben. Zij bedienden ook de kerk van "Coclers" maar hoe lang deze monniken hier verbleven is niet gekend. Deze rijke en boeiende geschiedenis vanaf 1106 tot heden kunt u lezen in de bijlage "Relikwie van verleden".

Er wordt een nieuw rust- en verzorgingshuis gebouwd op de plaats waar het oude rusthuis afgebroken wordt en zal volledig op het marktplein geïntegreerd worden. Doorslaggevend om het gebouw af te breken is de brandbeveiliging van het oude gebouw na gegronde opmerkingen van het gemeentelijk vrijwillig brandweerkorps na een grondige inspectie. Het gebouw voldoet ook niet meer aan de hedendaagse normen.

De kloostergemeenschap van Koekelare zal niet meer instaan voor de nieuwbouw en daarom werd een vzw opgericht van leken die belast is met de uitvoer van de bouwwerken en het beheer. Het nieuwe rusthuis zal een capaciteit hebben van 75 bedden en is functioneel ontworpen. Het gebouw wordt opgetrokken in dezelfde stijl als de gebouwen op het marktplein en de bouwhoogte beperkt zich tot het gelijkvloers en 2 verdiepingen.

De vzw Meunyckenhof heeft daarnaast ook gezorgd voor een eigen wapenschild nl. het wapenschild van de abdij van Sint-Bertinus van Sint-Omaars (Frankrijk) dat dit nieuwe gebouw zowel uiterlijk als administratief moet sieren.